zondag 7 maart 2010

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (29)

Eindelijk, begin maart, is dan toch de vrouwelijke bloeiwijze van de hazelaar te zien. Op De Wiershoeck staat een “rode” hazelaar. Misschien dat deze iets later bloeit dan de algemeen in parken voorkomende soort. Soms zie je de slechts enkele millimeters “grote” vrouwelijke bloemen al in januari, maar dit jaar duurde het tot ongeveer midden februari.

De hazelaar (Corylus avellana) is de vroegste bloeier onder de inheemse houtige gewassen. Hij groeide hier al na de laatste ijstijd 10.000 jaar geleden, toen zich de eerste bossen ontwikkelden. De hazelaar is een bladverliezende, meerstammige grote heester of kleine boom. Zijn noten zijn geliefd bij mens, eekhoorntjes, hazelmuizen, gaaien, spechten en boomklevers. Net als de forsythia is de hazelaar een "naaktbloeier": de plant bloeit als deze nog geen bladeren heeft en is voor de bestuiving afhankelijk van de wind. Aan de hazelaar zitten de mannelijke en de vrouwelijke bloeiwijzen apart. De mannelijke bloemen zitten in katjes en zijn al in de zomer aanwezig in de oksels van de bladeren. Ze gaan pas bloeien in januari. De vrouwelijke bloemen zitten met drie tot vier stuks in een klein knopje bij elkaar. Tijdens de bloei zijn alleen de rode stijlen met de stempels te zien.
Hoewel bijen en andere insecten zich graag te goed doen aan de vroege eiwitrijke voeding van de pollen (stuifmeel) van de hazelaar, hebben ze niets te maken met de bestuiving, omdat ze de onopvallende, nectarloze, vrouwelijke bloemen niet bezoeken.
De bladeren van de hazelaar zijn enkelvoudig. Ook zijn ze veernervig. De bladrand is dubbel gezaagd. De hazelaar wordt tot 6 m hoog, kan wel 100 jaar oud worden en gaat pas na tien jaar vrucht dragen. Er zijn echter ook geënte struiken verkrijgbaar, die al na drie jaar vrucht dragen.

Er zijn diverse hazelnootrassen met grote noten. Deze zijn geoptimaliseerd voor de productie van noten en voor noten met weinig vliezen. Deze rassen zijn ontstaan uit kruisingen tussen diverse Corylus-soorten. De vruchten zijn tot twee centimeter grote noten die in september/oktober rijp zijn. De wilde hazelaar heeft kleinere en smakelijker vruchten dan de gekweekte vormen.

Ziektes en plagen: De hazelnootknopmijt zorgt ervoor dat de knoppen zeer dik opzwellen en afsterven. De boom wordt ook geplaagd door de hazelnootboorder. Het vrouwtje van deze tot de familie van de snuitkevers behorende kever legt een eitje in de hazelnoot wanneer de vruchtwand nog zacht is. Na verloop van tijd komt uit het eitje een larve en die vreet het vruchtvlees op. De larve boort zich vervolgens door de verhoute wand naar buiten. De larve verpopt in de bodem. Soms vind je een hazelnoot waar een gaatje in zit, maar dat is dan ook het enige dat erin zit. Het vruchtvlees werd door de larve opgegeten.
(Info: o.a. Wikipedia)


Tekst + foto: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen: